Geboorte van je kindje: hoe verloopt het?
Na negen maanden zwangerschap is het dan eindelijk zover. De geboorte van je kindje! Een spannend en vooral bijzonder moment. Als dit je eerste kindje is heb je waarschijnlijk veel vragen. Want hoe verloopt een bevalling? Doet het pijn? Moet je per se naar het ziekenhuis? En wat gebeurt er als je kindje is geboren? In dit artikel lees je wat je te wachten staat op dat bijzondere moment.
Indalen: wat is het?
Zodra de verloskundige tegen je zegt dat je baby is begonnen met indalen betekent dat dat de baby wat meer in je bekken is gezakt. Het hoofdje past precies tussen de bekkenbotten waardoor de meerderheid van de baby’s in de laatste paar maanden met hun hoofdje naar beneden gaat liggen. Dit is de beste ligging van de baby voor de geboorte. Zodra je baby is ingedaald kan hij niet makkelijk terugdraaien. Klein voordeel, de baby drukt een stuk minder op je longen waardoor je weer makkelijker kunt ademhalen! Ook kun je hierdoor minder last hebben van maagzuur. Helaas wordt de druk op je blaas wél hoger.
De verschillende fases van de geboorte
Tijdens de geboorte van je kindje ga je door vijf verschillende fases.
1. Latente fase
Het is niet te voorspellen wanneer je precies bevalt. De ene vrouw bevalt met 37 weken en de andere vrouw moet worden ingeleid na 42 weken. Een aantal voortekenen van de bevalling zijn weeën en gebroken vliezen. Let wel: bij slechts 10-15% van de zwangere vrouwen begint de bevalling met gebroken vliezen.
2. Actieve fase
Zodra de weeën regelmatiger, meer, langer en heftiger komen zit je in de actieve ontsluitingsfase van de bevalling. Nu kun je echt niet meer om de weeën heen. Ze komen om en nabij elke vijf minuten en kunnen een minuut of langer duren. Deze fase duurt tot je 8 centimeter ontsluiting hebt.
3. Overgangsfase
In de overgangsfase ga je van 8 centimeter naar 10 centimeter ontsluiting. De meeste vrouwen vinden deze fase het heftigste. Op dit moment zullen je weeën nog heftiger en sneller achter elkaar komen. Je kunt elke twee tot drie minuten weeën krijgen die één tot anderhalve minuut duren. Dit kan een scherpe pijn geven omdat de baby op je baarmoedermond drukt. In deze fase ga je de weeën opvangen door ze weg te puffen. Je kunt en mag nog niet mee persen.
4. Uitdrijvingsfase
En dan is het eindelijk zo ver! Je hebt 10 centimeter ontsluiting en mag gaan persen! Tijdens de uitdrijvingsfase heb je persweeën. Krachtige weeën waarbij je wel móet mee persen. De baby zakt bij elke wee een stukje verder. Om uitscheuren te voorkomen is het handig om in deze fase goed naar je verloskundige te luisteren. Zij kan je begeleiden bij het persen en vertellen wanneer je je beter wat kunt inhouden.
5. Nageboorte
Zodra je baby is geboren moet de placenta ook uit je baarmoeder komen. Na de geboorte krijg je nog naweeën die ervoor zorgen dat de placenta los kan komen van je baarmoederwand. Het zorgt er ook voor dat je baarmoeder weer krimpt naar haar oorspronkelijke vorm.